Blog Image

Nothing But Energy

Vzw FRANK – Iedereen is welkom

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Oct 12, 2018 21:37

“Nee, nee, eerst zo snijden, en dan pas zo.” Met een witloofstronk in mijn ene, en een keukenmes in de andere, luister ik naar Mohammed die me uitlegt hoe ik die stronk het beste snij.

(Mohammed (midden), naast de andere vrijwilligers Katrien en Leonce Germonprez)

Mohammed is vrijwilliger bij vzw FRANK die elke woensdagmiddag een ‘volkskeuken’ organiseert. Vandaag worden er 54 gasten verwacht voor de maaltijd. Iedereen is in rep en roer om de maaltijd tegen 12u30 stipt geserveerd te krijgen.

Eén van de verantwoordelijken in de keuken is Patrick Vandaele, die in het verleden nog garçon is geweest. Daarnaast is hij ook actief als kunstenaar en stelt momenteel tentoon in CC De Steiger, waar zijn werk deel uitmaakt van de tentoonstelling ‘Het Voorstel’.

(Patrick Vandaele (midden), Catherine Lavogez (links) en Dominique Meesseman)

Enkele dagen geleden ging ik er al eens langs toen de vzw een ‘klerenswap’ organiseerde; een verkoop van tweedehands kleren aan een gunstige prijs. Ik ontmoette er toen de voorzitster, Dominique Meesseman, en de geëngageerde vrijwilligster, Catherine Lavogez.

(Catherine en Dominique aan de kassa van de ‘klerenswap’)

Vzw FRANK, ‘de vijf-zeven’ in de volksmond (Koningstraat 57), is een vereniging die draait op een vaste equipe van vrijwilligers en zonder subsidies, vertelden ze me. De ‘volkskeuken’ op woensdagmiddag is hun hoofdactiviteit. Daarnaast worden er, in het gebouw waar ze gehuisvest zijn, allerlei activiteiten georganiseerd. De vele ruimtes in het gebouw kunnen gebruikt worden door iedereen die er nood zou aan hebben, tegen een kleine vergoeding. Zo organiseerden ze o.a. al tentoonstellingen, (privé-)feesten, optredens en lezingen, en werden de lokalen gebruikt voor repetities van amateurtheatergezelschappen of lokale bandjes.
Tijdens de zomer werken ze samen met vzw Boegie Woegie aan een festival met muziek en lezingen.
Ze namen de ruimte over van de organisatie ‘de Figuranten’, en sloten een gunstige overeenkomst met de huisbaas, die het project zo ook ondersteunt.

Na mijn eerste kennismaking werd ik uitgenodigd om op woensdag te komen helpen aan de voorbereidingen van de ‘volkskeuken’-maaltijd. Na het versnijden van de witloof, en vervolgens de appeltjes, volgens de mij aangereikte richtlijnen, help ik nog bij het afgieten van de aardappelen en praat ik kort met enkele vrijwilligers en bezoekers, alvorens ik mee aanschuif voor de maaltijd. Deze wordt aangeboden aan de zeer voordelige tarieven van €2 voor vrijwilligers , en €5 voor gasten. Er heerst zowel binnen, als buiten in de zon, een erg gemoedelijke sfeer, met een gemixte groep van jong en oud, dik en dun, vrouw en man, allochtoon en autochtoon,… vzw FRANK is een plek waar iedereen welkom is.

Enkele beelden:



Joerie Dewagenaere – Thuiskomen in ‘Het Paradijs’

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Oct 06, 2018 20:23

(Joerie Dewagernaere bladert door een geschiedkundig boek over Oud-Rekkem)

Enkele dagen na mijn gesprek met Joerie Dewagenaere (29j.) spring ik weer de fiets op, om langs de Leie, richting Rekkem te rijden. Hij vernoemde tijdens ons gesprek verschillende locaties in deze deelgemeente van Menen, die ik graag in beeld wil brengen.

(Velden aan de Leie tussen Menen en Rekkem)

“Rekkem is mijn Thuis”, zegt hij zelf. Hij kent de gemeente, waar hij zes à zevenentwintig jaar heeft gewoond, als zijn broekzak. Zijn jeugd bracht hij door in ‘Het Paradijs’, een gehucht in Rekkem, niet ver van Moeskroen en net aan de douanepost aan de E17.

(‘Het Paradijs op Google Maps en ‘Frituur National’ aan de douanepost)

‘Het Paradijs’ is een gemeenschap wat afgesloten van de stad, waar iedereen elkaar kent. Een deel van ervan is de sociale woonwijk ‘Ten Bulcke’, die ligt in een deel van ‘Het Paradijs’ dat als bijnaam ‘Purgatoire’ kreeg. Deze plekken hebben in Menen zelf een wat kwalijke reputatie.

(Wijk ‘Ten Bulcke’ en de Vagevuurstraat)

Joerie kreeg rondom hem te maken met verhalen over huishoudelijk geweld, drugs, en auto’s die in brand werden gestoken. Van twee vrienden, waar hij als kind mee opgroeide, kreeg hij te horen, toen hij wat ouder was, dat in een drugscontext de ene vriend de andere de schedel had ingeslagen met een hamer. “Het zijn enkel zulke verhalen uit de wijk die dan uiteindelijk naar buiten komen”, zegt hij, “maar er gebeurde ook heel veel positieve dingen”. Hijzelf houdt van zijn jeugd vooral goede herinneringen over.

In die tijd was het zijn droom om topvoetballer te worden, en hij bracht dus veel tijd door op de voetbalvelden in Rekkem. In de douches, een bak met drie douchekoppen boven, legden de jongens hun handdoeken op een hoop boven het afvoerputje. Eén van hen ging er dan opzitten, zodat de bak zich vulde met water en de douche een badkuip werd. “Echt hygiënisch was dat waarschijnlijk niet,” lacht hij, “maar daar dachten we toen niet over na, het was wat het was”.

Via de voetbalclub en de chiro kwam Joerie ook in contact met de jongeren die niet in de wijk woonden, en ontsnapte zo wat aan de gesloten gemeenschap van ‘Het Paradijs’. Op zijn twaalfde ging hij naar de middelbare school in Menen. Op de eerste schooldag verzamelden ze met de fiets aan het pleintje naast de kerk in Rekkem, en een plaatselijke leerkracht reed hen van daar voor naar het Sint-Aloysiuscollege in‘de grote stad’. “Menen was een andere wereld”, vertelt hij. “Ook toen ik voor de eerste keer alleen de bus naar Menen moest nemen, lag ik de hele nacht ervoor wakker”.

(De Sint-Niklaaskerk in Rekkem en Au Bon Jardin, naast het kerkplein)

Na zijn middelbaar onderwijs trok Joerie naar Gent voor de studies Taal- en letterkunde in Gent (Engels en Duits). Hij gaf kort les aan een privé-school in Kortrijk, waarna hij nog communicatiewetenschappen bijstudeerde. Toen zijn vader een vacature zag langskomen bij het Nieuwsblad, gaf hij deze door aan zijn zoon, die er ondertussen drie jaar actief is als journalist is voor het regionale nieuws.

Op het einde van ons gesprek geeft hij me nog “Het verdriet van België” mee, waarschijnlijk niet toevallig zijn favoriete boek. Daarnaast ook nog een geschiedkundig boek over ‘Oud-Rekkem”, dat hij aantrof op een rommelmarkt in Lille, en een cd van de plaatselijke band ‘Ugly Papas’.

(De drie items die Joeri me meegeeft na onze ontmoeting)

1. Landschap in ‘Het Paradijs’
2. Maagd der Armenkerk Paradijs in Rekkem, die er volgens Joerie wat weg heeft van een brandweerkazerne
3. Historische hoeve ‘Kasteelhof‘, achter de Sint-Niklaaskerk, die momenteel te koop staat
4. Een ‘kaswoning’ in de Murissonstraat



Taalcafé – Gratis? Waarom?

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Oct 05, 2018 18:09

Wanneer ik me bij aan de tafel zet, in café CasaMundo aan het station in Menen, vraagt al snel een vriendelijke dame, die schuin over me zit, “En . van . waar . ben . jij?”. Ze articuleert heel duidelijk en spreekt traag. Op zich is het niet verwonderlijk dat ze me deze vraag stelt. Het is niet de eerste keer dat er verwarring bestaat omtrent mijn origine.

Aan de tafel zitten een aantal anderstaligen die in Menen wonen, en naast hun Nederlandse lessen, één keer per maand naar CasaMundo komen voor het taalcafé, georganiseerd door de integratiedienst van de stad. Hier kunnen ze in een ongedwongen sfeer Nederlands spreken en oefenen met vrijwilligers.

(v.l.n.r. Omid Tarachil, Haitam Achmed en Ali Khalil)

Al snel geraak ik aan de praat met de man die rechts naast me zit, Ali Khalil. Hij is afkomstig uit Irak, waar hij een textielhandel had. Sinds 1 augustus woont hij, net als zijn zus, in Menen. Daarvoor woonde hij twee jaar in Antwerpen, en nog daarvoor drie jaar en acht maanden in Brussel. Hij verhuisde naar Menen omdat het appartement waar hij gehuisvest werd in Antwerpen lekken had in het dak.

Aan mijn andere zijde zit Ann, een ‘buddy‘ die nieuwkomers helpt bij het vinden van hun weg in de stad, of helpt bij het lezen en invullen van allerlei papierwerk. Momenteel steunt ze zo twee gezinnen die haar steeds kunnen contacteren via Whatsapp.

Naast Ali zit Haitam Achmed, een stukadoor uit Syrië . Hij woont sinds twee jaar in Menen, na twee maanden in Kapellen en vier maanden in Gullegem.
Nadat ik beide heren informeer naar het traject dat ze aflegden vanuit hun thuisland naar België, begint Ali met het opsommen van de landen waar hij, hoofdzakelijk te voet, doorreisde op weg naar hier: Turkije, Macedonië, Servië, Griekenland, Hongarije en Oostenrijk. Van daaruit nam hij een vliegtuig tot België. De tocht duurde ongeveer 25 dagen en kostte hem $5000.

Haitam vluchtte van Syrië naar Turkije en vloog van daar gratis, na anderhalf jaar wachten, met een vlucht van Caritas, naar België. Ali kijkt hem met grote ogen aan en zegt half lachend, half verbaasd: “Gratis? Waarom?”. Beide mannen beginnen hartelijk te lachen. “Ik vijfduizend dollar, en jij… gratis? Met vliegtuig?”, ze lachen nog harder.

Even later komt Omid Tarachil er ook bijzitten. Hij komt oorspronkelijk uit Afghanistan en woonde, voor Menen, in Genk en Antwerpen. Zijn tocht naar België was zeer zwaar, kostte hem $13.000, duurde bijna zes maanden en ging na Afghanistan door Pakistan, Iran, Turkije, Bulgarije, Servië, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, om dan uiteindelijk in België te arriveren. Hij is 21 jaar jong, maar ziet er ouder uit. De oorlog laat zijn sporen na, laat hij me verstaan. Hij toont me zijn wijsvinger, waar een stuk van ontbreekt. De Taliban knipte er een stuk af, tijdens de verkiezingen, toen ze zagen dat hij niet op de ‘juiste’ partij had gestemd. Zijn voeten laat hij niet zien, maar die werden dezelfde dag overreden met een auto, evengoed als afstraffing. “Dat was niet zo’n goede dag voor mij”, zegt hij droog. Ali begint weer te lachen: “Ook gratis?” vraagt hij, en “Was het met een kleine schaar of een tuinschaar?”. De drie mannen lachen weer hartelijk.

(rechts Melinda Hackx van de integratiedienst met naast haar stagaire Joshi Rijs)

Aan mijn linkerzijde is heeft Ria haar stoel ondertussen afgestaan aan Melinda Hackx. Zij is de dame die een vijftal jaar geleden de integratiedienst in Menen opstartte. In het begin was deze vooral achter de schermen actief om de toegankelijkheid voor nieuwkomers, binnen de stedelijke diensten, te bevorderen. Ondertussen treden ze meer op de voorgrond met o.a. initiatieven zoals dit taalcafé en het buddy-project. “In Menen heeft 22% van de bevolking andere ‘roots’, met meer dan 80 verschillende nationaliteiten” zegt ze, “maar er is nog veel werk op gebied van integratie.” Door zelf deel te nemen aan initiatieven als deze laadt ze haar batterijen, die soms in het rood komen te staan, weer op.



Next »