Blog Image

Nothing But Energy

Leonce Germonprez – Achterklappers, valsch gespuis, moeten blijven uit mijn huis

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Sep 30, 2018 23:08


Café Cosmopolite in de Stationsstraat is één van de weinige volkscafés die nog overblijven in Menen. Het CC stuurde me erheen om Leonce Germonprez te ontmoeten, een dame die meer dan vijftig jaar café-bazin was in de stad.

Bij het binnenwandelen word ik aan de drempel, of ‘zulle’, vriendelijk begroet door Zouzou, één van de meest geliefde honden van Menen, zo blijkt.


“Leonce is wat ziek”, vertelt Katrien Lescouhier me, de schoondochter van Leonce, die het café vanmorgen openhoudt, “maar ik zal ze opbellen”. Na een kort gesprek aan telefoon blijkt dat Leonce ons binnen een klein half uur zal vervoegen.

(Katrien Lescouhier achter de toog van de Cosmopolite)

Katrien nam, na het overlijden van “Wattje”, de man van Leonce, samen met haar man Lorenzo Naert ‘de Cosmopolite’ over. Een deel van het oude cliënteel namen ze mee over, maar ’s avonds komen er ook nieuwe klanten voor de muziek. Vooral blues, gezien dat de muzikale voorkeur van Lorenzo is. Ze pasten samen de inrichting van het café ook wat aan, met o.a. platenhoezen uit de collectie van Lorenzo.

Wanneer ik haar mening vraag over Menen, komt ze terecht op wat ik ondertussen al regelmatig opving: dat het nogal een vuile stad is, en het feit dat het een grensstad is, de nodige problemen met zich meebrengt.

Ondertussen komt Leonce binnengewandeld en verhuis ik van de toog naar een tafel, waar ze, na het bestellen van een koffie met een “klutske”, me graag te woord staat.

(Leonce Germonprez in café Cosmopolite)

Leonce werd geboren in deelgemeente Lauwe en verhuisde op haar 15 naar Menen om er dienstmeid te worden bij ‘de Kapelles’, één van de rijkste families van de stad.
Als inslapende meid leerde ze naast de Franse taal, ook het omgaan met een budget, en koken. “De jeugd van vandaag zou het niet meer kunnen op hun vijftien”, zegt ze.

In ’65 nam ze café De Witte Zwaan over in ‘de rode campagne’, een gehucht in Menen, waar ze bijna dertig jaar bazin was. In ’94 nam ze de Cosmopolite over van ‘de schmikke’ Marcel, dat ze, ook samen met haar man, meer dan twintig jaar runde.

Vroeger zaten er tijdens de week hoofdzakelijk mannen in het café. In de sociale wijk waar ‘De Witte Zwaan’ gelegen was, kon je alleen een huis krijgen als je minstens drie kinderen had. De vrouwen, die in die tijd dus vooral voor de kinderen zorgden, kwamen enkel tijdens het weekend.

“Ooit heb ik eens een dronkaard naar huis gewandeld, met zijn fiets in de hand. Toen ik uiteindelijk terug in het café kwam, zat hij daar weer. Hij was terug op zijn fiets gekropen en was me voor! (lacht)”.

Het sociale leven in Menen is er sterk op achteruit gegaan over de jaren heen. Ooit telde Menen meer dan 600 cafés, vandaag zijn ze met moeite op twee handen te tellen. “Tegenwoordig zit iedereen op internet,” zegt ze meewarig.
De Koningstraat, niet ver van de Cosmopolite werd na de eerste wereldoorlog, omwille van de aanwezigheid van een groot aantal bordelen met hoofzakelijk ‘Parisiennes’ (Franse prostituees), “Petit Paris” genoemd. Toen de soldaten terug naar huis trokken, werden het cafés, waardoor er alleen in die straat al 15 à 16 waren, waaronder ‘De Copains’, ‘De Rock&Roll’ en ‘Den Tikki’.

Een commissaris werd uiteindelijk uit Kortrijk afgevaardigd om de cafés één voor één, hoofdzakelijk omwille van problemen met vreemdelingen, te sluiten. De cafébazen werden verplicht om een bordje “Interdit aux Nord-Africains” aan hun raam te hangen indien ze wilden dat de politie, in geval van overlast (eender dewelke), zou interveniëren.

Met veel nieuwkomers, zowel mensen die zich aangetrokken voelen door goedkoop vastgoed, als mensen met een andere origine, lijkt er weinig sociale cohesie te zijn in Menen. Met een versplinterd geloof en het verdwijnen van ontmoetingsplekken, zoals de cafés, zou, zoals deken Lagae al aangaf, de weg inderdaad nog lang kunnen zijn.

(Oud bord dat ophangt in het café)

(1.Leonce, Katrien en Lorenzo in hun café 2.De oude postbode op bezoek 3.Een muurschildering van de plaatselijke schilder Steppe 4. Reclame voor honden)



Eerwaarde heer Eddy Lagae – Melting-pot Menen

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Sep 28, 2018 15:31

(Deken Eddy Lagae in de tuin achter zijn woning)

“Op welke manier spreekt men een deken aan?”, vraag ik me af wanneer ik aanbel aan de woning van deken Eddy Lagae. “Sommige mensen zeggen deken, anderen Eddy. Je mag kiezen”, zegt hij vriendelijk bij onze begroeting.
Zowel voor mezelf als voor E.H. Lagae, zo blijkt, is dit geen alledaagse ontmoeting. Ikzelf ben geen godsgelovige en de deken is wat ongemakkelijk omdat hij dacht dat we hoofdzakelijk over kunst zouden praten, hetgeen niet meteen zijn kennisgebied is.

Voor mezelf is het een uitgelezen moment om mijn persoonlijke geloof te toetsen bij een persoon die in God gelooft. “Ik geloof dat ik leef”, zeg ik hem, “Dat we nu, op dit eigenste moment op een planeet zitten die aan een razende snelheid door het universum zweeft. Ik geloof ook dat alles uit energie bestaat. Geen van beiden kan ik echt vatten of waarnemen, maar ik geloof het wel en vind het wonderbaarlijk en mysterieus. Ergens, denk ik persoonlijk, hoewel het een eerder wetenschappelijke benadering is, dat geloven in dat mysterie vergelijkbaar is met een geloof in God”.
“Het is al goed dat je dat mysterie in leven houdt”, antwoordt hij, “en de verwondering die daarmee gepaard gaat. Maar niet alles in het leven kan op een wetenschappelijke manier worden benaderd.”

Wanneer ik de titel van dit project, ‘Nothing But Energy’, noem, zegt hij eerst lacherig dat het wel actueel is, met de aangekondigde energiecrisis vanaf november, en vervolgens sluit hij aan: “De consistentie is liefde. God is liefde. Dat wil niet zeggen dat er alleen goedheid is natuurlijk. Momenteel leeft er veel onzekerheid en angst bijvoorbeeld. We leven ook in een consumptiemaatschappij, waar altijd iets te beleven valt, en wel altijd iets nieuws kan gekocht worden. En mensen tonen dat dan op sociale media, want als je het niet kunt tonen, wie ben je dan?”
Hij ziet de weekend-magazines van de kranten van vandaag nog als louter ‘vrijetijdsmagazines’, waarin het enkel nog gaat over trends en wat er allemaal te doen is qua amusement. “Mensen willen constant dingen doen, alsof ze iets weg te duwen hebben. Altijd maar bezig zijn en plezier maken. Ze willen ook alles nu doen, in één leven. Maar als je gelooft in een bestaan na dit bestaan, kan je misschien wat rustiger leven. Dan is er nog tijd, he. (lacht)

“Gezien het altijd plezierig moet zijn, heeft het lijden geen plaats meer in onze samenleving. Wanneer er een probleem is, moet dat meteen opgelost worden. Mensen gaan vandaag veel sneller naar een psycholoog of psychiater, of laten zich medicatie voorschrijven. Mensen accepteren niet meer dat ook het lijden een onderdeel is van het leven”. Hij verwijst daarbij naar het onderzoek van bekend psychiater Damian Denys.

Deken Lagae komt oorspronkelijk uit Sint-Eloois-Winkel, deelgemeente van Ledegem waar hij opgroeide in een vlassersfamilie. In zijn kantoor hangt een schilderij, van de hand van Els Gheysen eveneens uit Sint-Eloois-Winkel, waarop het roten van het vlas in de Leie wordt afgebeeld.


Hij behaalde een doctoraat in moraaltheologie en studeerde daarnaast ook economie. Na een jaar te hebben lesgegeven in Waregem, werd hij professor aan het Grootseminarie van Brugge waar hij 25 jaar les gaf. Tien jaar geleden volgde hij Hendrik de Leersnijder op als deken van de federatie Menen.

Hij ziet Menen als een ‘melting-pot’ van verschillende culturen en subculturen. Het toenemen van de verschillende culturen in de stad ziet hij als een uitdaging voor de toekomst, en naar zijn aanvoelen “is de weg is nog lang”.
“De uniforme samenleving die er vroeger bestond, is vandaag uit elkaar gespat waardoor er een sterke zoektocht bestaat naar een gemeenschappelijke identiteit”.
Zo zijn er in Menen blijkbaar vier allochtone evangelische gemeenschappen, en een protestantse, die ieder op hun manier hun geloof belijden en vieren.
Toch spreekt hij alvast hoopvol over de lagere scholen in Menen, die vandaag de brandpunten zijn waar al deze culturen samenkomen. Dankzij vrijwilligerswerk van vele ouders, die allerlei activiteiten organiseren, komen de uiteenlopende culturen al wat dichter bij elkaar.

Verrassend is ook zijn visie op de architectuur van Menen. Hij vertelt me dat het stratenplan in de stad bepaald werd door de vestingen. Tussen de vestingen werden kleine, smalle huizen gebouwd met al even lange smalle tuinen. Binnen in deze huizen valt er, omwille van hun lengte, niet veel zonlicht binnen, waardoor er veel mensen in donkere ruimtes leven. Ook de lange tuinen vragen veel onderhoudt, waardoor er veel er wat verloederd bijliggen. Deze manier van leven bepaalt sterk de manier van denken en voelen van de mensen die er gehuisd zijn. De huizen worden ook vaak met goedkope materialen gerenoveerd, waardoor zowel de esthetiek, als de leefbaarheid ervan niet verbetert. Volgens hem een oorzaak van droefgeestigheid bij verschillende mensen in de stad.

Op het einde van ons gesprek, waarna hij me nog snel rondleidt in de St.-Vedastuskerk, wil hij nog kwijt dat de Sint-Franciscuskerk in Menen onttrokken zal worden aan de eredienst. Deze volkse kerk, en publieke ruimte voor bezinning, zal binnenkort een andere invulling krijgen.

(werkje van Marc Chagall – de tien geboden – in de woning van de deken)

(1.Interieur St.Vedastuskerk 2.Schilderij door Adriaan Wulffaert, de H. Vedastus verdrijft een beer, 1827 3.De werken van barmhartigheid 4.Delen van een oud glasraam verwerkt in het nieuwe)



Chris Battaille en Mia Vanwolleghem – A thing of beauty is a joy forever

Ontmoetingen/Uitstappen Posted on Sep 27, 2018 13:21

(Chris en Mia poseren voor een indrukwekkend borduurwerk van Mia)

Nadat ik de trap naar de tweede verdieping in een gebouw uit 1901 nam, niet ver van het stadhuis, verwelkomt Chris Battaille mij met de deur open en een grote glimlach. Binnen ontmoet ik zijn echtgenote Mia Vanwolleghem die me al even hartelijk begroet.

Chris en Mia leerden elkaar kennen in een tijd wanneer het onderwijs nog gescheiden was. Jongens en meisjes zaten niet bij elkaar in de klas, noch bij elkaar op de bus. Toen Mia, omdat ze toevallig eens vroeger op school moest zijn, op de lijnbus terechtkwam, ontmoette ze Chris, en nam daarna consequent ’s morgens een vroegere, en ’s avonds een latere bus, om Chris te kunnen zien.

“Het was toen niet slechter of beter dan vandaag”, legt Chris uit. “Het was zelfs spannender’, valt Mia hem bij. Volgens Chris wordt er vandaag teveel verwezen naar het verleden als een tijd waar alles slechter was. “Maar toen was toen, niet beter of slechter, het was gewoon zoals het was”.

Als leerkracht Nederlands en Engels aan de St-Jorisschool in Menen tussen 1973 en 2005, merkte hij wel op dat zowel de leerlingen als de ouders steeds mondiger werden. Ook het takenpakket van de leerkracht werd steeds uitgebreider. “Ik begon in ’73 als leerkracht en werd over de jaren heen ook o.a. psycholoog, therapeut en kinesist”.

Tijdens de laatste jaren van zijn carrière schreef Chris een boek over de school en haar geschiedenis, getiteld ‘Sint-Joris Menen’(1995), waar hij tien jaar aan werkte. In dat lijvige boek staat o.a. een oude klasfoto met een jonge Marijke Pinoy, de nu bekende actrice, aan wie de heer Battaille nog les aan gaf. Dankzij drukkerij Groeninghe uit Kortrijk werd het boek op 1000 exemplaren uitgegeven en is vandaag nergens meer te vinden, wegens uitverkocht.

De school ligt toevallig recht over ’t Schippershof. Ze weten me te vertellen dat het gebouw, waar het stadsmuseum nu gevestigd is, het allereerste begin was van Menen. Het ligt op de bedevaartroute naar Compostella en deed dienst als passanten-lieden gasthuis. In de zijgevel van het gebouw zit er ook nog een kanonskogel die een deel van de geschiedenis van het gebouw verraadt.

De geschiedenis van Chris en Mia bevat dan weer een hoofdstuk van twee jaar in Bunia, Noord-Oost Congo waar Chris zijn burgerdienst, ter vervanging van de legerdienst, invulde met het geven van Engelse lessen aan de in die tijd plaatselijke Zaïrezen. Vandaag is Bunia een plek waar er vooral onrust heerst omwille van interetnisch geweld. Hieronder een foto van een vluchtelingenkamp in het centrum van Bunia anno 2018.

(© Alex McBride Wilson/Al Jazeera – Link)

Het toeval wil (of niet) dat één van de neven van Chris, Brussels volksvertegenwoordiger Bruno De Lille, een kindje uit Congo adopteerde.

Na het avontuur in Congo vestigden Chris en Mia zich terug in Menen, waar Mia aan de slag ging als verpleegster in o.a. wat nu het AZ Delta Menen is. Ze deed er hoofdzakelijk nachtdiensten, hetgeen haar lag gezien ze, zoals ze zelf zegt, “absoluut geen ochtendmens” is.

Ook in het verenigingsleven en de hobbyclubs zijn ze geen onbekenden. Naast een grote inzet van meer dan 20 jaar als regisseur en acteur bij het amateurtheatergezelschap Gregoriusgilde uit Wevelgem en later bij Cie Tabloo uit Menen (ontstaan uit een fusie van Iever en Eendracht en Deugd en Vermaak) is Chris ook een begenadigd aquarellist. Ook Mia was daar jaren actief in allerlei nevenfuncties, en is daarnaast een gelauwerd kantklosster en een onvermoeibare borduurster.

(1.De kantklos-tafel van Mia 2.Het indrukwekkende borduurwerk 3.Een kantklos-werk 4.Aquarel van Chris 5.Aquarel-reeks 6.Een derde aquarel naast twee beeldjes meegebracht uit Congo)

Op het einde van ons gesprek vraag ik nog wat ze begrijpen onder de inhoud van de titel van dit project. Chris stelt zich de vraag, misschien niet onterecht, of het wel nodig is om alles zo ingewikkeld te maken. Hij geeft een aantal spreuken mee, die voor hem steeds van belang zijn geweest, en volgens hem aansluiten op het thema:

• The greatest thing you’ll ever learn is just to love and to be loved in return

• A thing of beauty is a joy forever

Daarna haalt hij er nog een boek bij van Daniel Kehlmann, dat hij recent uitleende in de bibliotheek van Menen. De titel is TIJL en werpt een nieuwe blik op de folkloristische figuur Tijl Uilenspiegel. Afsluitend leest hij er nog een fragment uit voor dat hem deed denken aan ‘Nothing But Energy’:

“…Maar welke weggehaalde korrel, is precies de korrel, die maakt dat de hoop geen hoop meer is?…”



« PreviousNext »