(Jonathan Eggermont (rechts), met Jan Wielockx (links) en Jordy Calbert (midden))

“Een lokaal is een middel, geen doel op zich”, zegt Jonathan Eggermont die ik ontmoet aan ‘’t Kot’ in de Barakken. “Het zal weer hoofdzakelijk straatwerk worden, nu we het lokaal niet meer kunnen gebruiken”.
Dit weekend werd er in ’t Kot, een lokaal zonder nutsvoorzieningen dat Jonathan mocht gebruiken voor de jeugdwerking, brand gesticht. “Sinds augustus hebben we hier al problemen. Eerst werden er ruiten ingegooid, daarna braken ze in en gooiden alles overhoop, en nu dit”, zegt hij wat ontmoedigd. “Ik heb met de jongeren de laatste maanden veel opgekuist en opgeruimd, en samen met hen nagedacht hoe we deze plek konden beveiligen, maar dat is eigenlijk geen jeugdwerking meer”.

(Resten van de brandstichting, met sporen tot op het plafond)

(Eén van de gevandaliseerde lokalen)

“Vroeger was er op deze site een gebouw waar er naast de organisatie van buurtfeesten ook Arabische les en Russische dans werd gegeven. Er waren ook repetitielokalen voor muzikanten. Ook dat is verdwenen,” valt Jan Wielockx, buurtwerker voor de volwassenen, hem bij. “Er zijn meerdere gemeenschappen in Menen die gebrek hebben aan een locatie om hun identiteit te beleven”.

Er blijken wel voorstellen te komen uit de stad, zoals het splinternieuwe jeugdcentrum in park Ter Walle en de ontwijde St. Franciscuskerk, waar deken Eddy Lagae ook over sprak, maar deze locaties zijn noch voor Jonathan, noch voor de jongeren, die ik er ontmoet, écht ideaal. Net zoals Johan van Menin51 al aangaf, is het voor ‘de barakkenaars’ een drempel om de brug naar het centrum over te steken. Dit is niet anders voor de jongeren.


(Het nieuwe jeugdcentrum in park Ter Walle en de St. Franciscuskerk)

Ook een oude hoeve, die onlangs werd gekocht door de stad, en die niet ver gelegen is van de site van ’t Kot, wordt geopperd als locatie voor de buurtwerking. Wanneer ik er later langsloop, heb ik een vermoeden dat dat ook niet voor morgen zal zijn.

Eén van die jongeren is Dylan Vermote, een graffiti kunstenaar. “Op het nieuwe gebouw in Ter Walle mag geen graffiti komen en ik zie mezelf ook niet meteen op de kerk iets ‘zetten’”, zegt hij lachend. Samen met zijn vriend Hugo Vervaecke komen ze kijken naar de schade van de brand in het gebouw.

(Dylan en Hugo poseren bij een graffiti werk van Dylan)

Allebei zijn ze erg enthousiast over het werk dat Jonathan de laatste drie jaar als jeugdwerker in Menen heeft verricht. “Vroeger waren er jongeren die inbraken pleegden uit verveling, maar dankzij Jonathan, die zorgde dat er altijd iets te doen was, is dat gestopt. Hij regelde ook voor alle jongeren in de barakken een fiets, en hielp de Roma-zigeuners, die een tijd geleden verbleven op de parking van de Match, aan kleren. Hij zorgt er niet alleen voor dat er activiteiten zijn, maar met al onze problemen qua administratie en andere papieren kunnen we ook bij hem terecht.”

Jonathan is duidelijk een graag geziene gast, en een vertrouweling van de jongeren. Hij komt oorspronkelijk uit Gullegem en studeerde sociaal-cultureel werk in Kortrijk. Na zijn stage in het Rabot in Gent, kwam hij terecht bij vzw Uit de Marge in Menen. Met ‘streetsporten’ zoals freerunning, skaten en voetbal startte hij de jeugdwerking in Menen.

Ondertussen komen de jongeren zelf met voorstellen voor projecten naar hem. Naast voetbaltornooien en barbecues organiseerden ze bijvoorbeeld succesvol, en op initiatief van één van de jongeren, een Iftar; de avondmaaltijd die moslims dagelijks nuttigen na zonsondergang tijdens de Ramadan. Zowel de jongeren als de buurtbewoners toonden veel interesse, en de culturen kwamen zo weer wat dichter bij elkaar.

(Jongeren poseren naast de foto’s van de georganiseerde activiteiten in het aangebrande lokaal)

Ondanks alle moeilijkheden en tegenslagen gaat Jonathan door, en blijft hij op een positieve en hoopvolle manier naar de toekomst kijken. Persoonlijk heb ik hier maar één woord voor: respect.